Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen vreesden die mannen [met] grote vreze, en zeiden tot hem: [34]Wat hebt gij dit gedaan? Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN [35]aangezicht vlood; want hij had het hun te kennen gegeven. 34. Alzo wordt het woord wat ook wel in onze taal gebruikt, voor: hoe komt gij daartoe, wat is dat gedaan? met ontsteltenis van het gemoed. Anders: wat [is] dit, [dat] gij gedaan hebt, of waarom hebt gij, enz. 35. Gelijk vs.3.